Verklarende woordenlijst
In onderstaand overzicht vindt u diverse begrippen en juridische termen die met de MIRT-Verkenning te maken hebben. De begrippen staan op alfabetische volgorde. Cursief gedrukte termen zijn ook terug te vinden in deze lijst. Onderaan deze pagina staan alle begrippen onder elkaar.
Alle begrippen op een rij
Alternatief
Een mogelijke oplossing om de projectdoelen te bereiken. Hierbij worden verkeersberekeningen en verschillende milieuberekeningen volwaardig uitgewerkt in het MER op basis van het gehele beoordelingskader. Ook wordt van de alternatieven een ontwerp, kostenraming en MKBA opgesteld.
Autonome ontwikkeling
Ontwikkelingen, beleid of projecten waarover al definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Bevoegd gezag
Een of meer overheidsinstanties die bevoegd zijn om over de activiteit van de initiatiefnemer, waarvoor het milieueffectrapport wordt opgesteld, het besluit te nemen als uit de wetgeving volgt dat een vergunning nodig is.
BO-MIRT
Het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (afgekort BO-MIRT) is een overleg van het rijk, decentrale overheden en andere betrokkenen. Het is een strategisch gesprek over de ambities, opgaven en ontwikkelingen in een gebied. De partijen maken elk half jaar afspraken over te onderzoeken opgaven, programma’s, maatregelen en projecten die op de korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Ook worden afspraken gemaakt over het starten van MIRT-Onderzoeken en -Verkenningen en over de onderlinge samenwerking daarbij.
Commissie voor de m.e.r.
Onafhankelijke commissie die advies geeft over de reikwijdte van de milieueffectonderzoeken en de inhoud van het milieueffectrapport toetst.
Doelbereik
De mate waarin het probleem wordt opgelost. Intensiteit-capaciteitverhouding: Elke weg heeft een bepaalde maximale capaciteit. Dit is het aantal voertuigen dat maximaal over een weg kan rijden in een bepaalde periode. De intensiteit is het aantal voertuigen dat op een bepaald punt in een bepaalde periode passeert. De verhouding tussen de intensiteit en capaciteit geeft aan hoe filegevoelig de weg is.
Kansrijke Alternatieven
Is een of een combinatie van maatregelen die naar verwachting een grote bijdrage kan/kunnen leveren aan het realiseren van de doelstelling van de MIRT-Verkenning.
Meekoppelkansen
Een meekoppelkans is een (bovenwettelijke) maatregel of project dat raakt aan de MIRT-Verkenning A15 en (in)direct bijdraagt aan de doelstellingen daarvan. Bij meekoppelen gaat het om het meenemen van aanvullende doelstellingen van partijen (zowel overheden als derden) in de regio om daarmee meerwaarde te creëren.
Een meekoppelkans kan bijvoorbeeld kansen bieden om de leefbaarheid te verbeteren, problemen in de directe omgeving van de A15 op te lossen, werk- met werk te maken of andere kwaliteiten en functies toe te voegen.
De kern van meekoppelkansen
De essentie van een meekoppelkans is dat er synergievoordelen behaald kunnen worden door de meekoppelkans in samenhang met de maatregelen voor de A15 op te pakken: het integreren van de projecten leidt tot meerwaarde.
Door het tegelijkertijd uitwerken en realiseren van verschillende maatregelen kan er bijvoorbeeld een beter resultaat bereikt worden, de overlast van uitvoering voor de omgeving worden beperkt of kosten worden bespaard.
Milieueffectrapport (MER)
Het rapport waarin de resultaten van de milieubeoordeling van de alternatieven vastgelegd worden. Dit gebeurt in deze fase in het planMER.
Milieueffectrapportage (m.e.r.)
De procedure waarbij de milieugevolgen van een plan in beeld worden gebracht, voordat een besluit (ook wel de Voorkeursbeslissing) wordt genomen. Het is een hulpmiddel om het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming bij plannen en projecten. De verwachte effecten worden beschreven in een milieueffectrapport. Zo kan de overheid die het besluit neemt de milieueffecten bij haar afwegingen betrekken. (Zie ook Notitie Reikwijdte en Detailniveau.)
Milieu Gezondheids Risico-indicator (MGR)
De MGR geeft een gezondheidskundige beoordeling van de milieukwaliteit en geeft inzicht in het onderscheid van de milieugezondheidsrisico’s tussen alternatieven.
MIRT
Het MIRT staat voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. In het MIRT zijn projecten en programma’s opgenomen, waarbij het Rijk samen met de regio werkt aan de ruimtelijke inrichting van Nederland.
In het MIRT werken Rijk, decentrale overheden (provincies, gemeenten, vervoerregio’s, waterschappen), maatschappelijke organisaties en bedrijven samen om de concurrentiekracht, bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland duurzaam te ontwikkelen. MIRT beslaat het hele proces – van het bepalen van de opgave tot en met de realisatie. Meer informatie: MIRT
MIRT-Verkenning
Een MIRT-Verkenning is een overkoepelende naam voor alle fases die we doorlopen tijdens een onderzoek naar oplossingen voor een eerder geconstateerd knelpunt. Vanuit dit knelpunt worden diverse oplossingsrichtingen gezocht en van daaruit wordt toegewerkt naar één oplossingsrichting die de voorkeur heeft. Dit heet de Voorkeursbeslissing.
Mobiliteitsmanagement
Mobiliteitsmanagement is het organiseren van slim reizen. Aangezien de auto niet alle problemen kan oplossen, wordt de reiziger geprikkeld alternatieven te gebruiken als fiets, openbaar vervoer, gebruik van P+R, of telewerken. Eisen en wensen van mensen die zich verplaatsen staan centraal, en het draait om oplossingen op maat. Overheden, werkgevers, publiekstrekkers en aanbieders van mobiliteitsdiensten organiseren samen de voorwaarden waarbinnen reizigers slimme keuzes kunnen maken.
Mobiliteitsmaatregelen
Mobiliteitsmaatregelen richten zich op het beïnvloeden van de keuzes van weggebruikers met informatie en communicatie, en deze zo te stimuleren om zich met een ander vervoermiddel dan de auto te verplaatsen en/of op een ander tijdstip de weg op te gaan. Het gaat om maatregelen als het uitrusten van verzorgingsplaatsen met meer faciliteiten, reizigers informeren over de snelste route van dat moment, het verbeteren van incidentmanagement, het inrichten van carpoollocaties bij toe- en afritten of het inrichten van P+R opstapplaatsen.
Multimodale oplossingen
Multimodale oplossingen zijn oplossingen die zich richten op de inzet van verschillende vervoersvormen, bijvoorbeeld de combinatie van auto met openbaar vervoer of vervoer over water als bijdrage aan het oplossen van de knelpunten.
Natura 2000-gebied
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Het netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992).
Nota Kansrijke Alternatieven (NKA)
De Nota Kansrijke Alternatieven beschrijft mogelijke oplossingsrichtingen en analyseert deze op basis van probleemoplossend vermogen en doelbereik, onoverkomelijke belemmeringen (Natura2000, vergunningverlening) en indicatieve kosten. De analyse geschiedt op hoofdlijnen en is gebaseerd op (expert-)beoordelingen.
Nota Kansrijke Oplossingen (NKO)
Zie NKA.
Notitie Reikwijdte en Detailniveau (afgekort NRD)
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau beschrijft welke alternatieven worden onderzocht, de te onderzoeken aspecten en op welke wijze deze worden onderzocht voor het Plan-Milieueffectrapport. (Zie ook Milieueffectrapportage, Reikwijdte en detailniveau.)
Ontwerpstructuurvisie
De Ontwerpstructuurvisie legt de resultaten die zijn verkregen in deze MIRT-Verkenning vast. Naast een gebiedsbeschrijving, zijn dit een beschrijving van de problematiek, de onderzochte oplossingsrichtingen en het voorkeursalternatief.
Plan-Milieueffectrapport (planMER)
Rapport met milieu-informatie over de alternatieven. Dit rapport wordt opgesteld in de MIRT-Verkenning.
Planuitwerkingsfase
De planuitwerkingsfase volgt na de Voorkeursbeslissing van de minister. In deze fase wordt het voorkeursalternatief (VKA) in detail uitgewerkt tot een ontwerp en een ruimtelijk-planologisch besluit. De fase wordt afgerond met een Projectbeslissing. Een positieve Projectbeslissing markeert de start van de realisatie.
Programma Goederenvervoercorridors
De Mirt-Verkenning A15 Papendrecht-Gorinchem is onderdeel van het Programma Goederenvervoercorridors. In dit programma werken Rijk en regio nauw samen met het bedrijfsleven om een vlot, betrouwbaar, robuust, veilig en duurzaam transportsysteem (over weg, spoor en water) te faciliteren. De meerwaarde van goederenstromen en logistiek is voor de economische toegevoegde waarde van Nederland van groot belang. Meer informatie over topcorridors: https://www.topcorridors.com.
Projectgebied (soms ook wel Plangebied genoemd)
Het gebied waartussen maatregelen aan de Rijksweg A15 kunnen worden genomen. Dit loopt van Papendrecht (km 77,5) tot Gorinchem (km 101,3). Het projectgebied is altijd kleiner dan het studiegebied.
Referentiesituatie
De referentiesituatie beschrijft de situatie in de toekomst als het betreffende plan of project niet wordt uitgevoerd. Het is als daarmee de huidige situatie samen met autonome ontwikkelingen.
Reikwijdte en detailniveau
In een milieueffectrapportage wordt onderzoek verricht. Dat onderzoek moet voldoende informatie op tafel brengen om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen in de besluitvorming over een plan of een project. Dit vereist een scherpe afbakening van ‘reikwijdte en detailniveau': waarop moet het onderzoek zich vooral gaan richten, wat is minder belangrijk, en wat kan zelfs helemaal buiten beschouwing blijven? Bron: Infomil.nl. (Zie ook Milieueffectrapportage, Notitie Reikwijdte en Detailniveau.)
Richtlijn ontwerp autosnelwegen (ROA)
Deze richtlijn voor het ontwerp van autosnelwegen, staat aan de basis van de ontwerpen voor de alternatieven.
Robuustheid
Het vermogen om na extreme gebeurtenissen of piekbelastingen te kunnen blijven functioneren. Zo kan een robuust wegennet zich na verstoring snel herstellen, zodat het verkeer ook bij incidenten kan blijven doorstromen.
Smart Mobility
Onder smart mobility verstaan we ‘slimme infrastructuur’. Smart Mobility is een verzamelnaam voor alle toepassingen waarbij met inzet van digitale systemen voertuigen met elkaar en/of met de weg communiceren met als doel betere doorstroming en meer veiligheid. Hiervoor zijn investeringen aan de datakant nodig, zodat we goed kunnen sturen op gebruik van de beschikbare wegcapaciteit. Bijvoorbeeld door het plaatsen van installaties die het verkeer doseren bij de toerit, het instellen van een dynamisch inhaalverbod en het toepassen van flexibele snelheden. Meer informatie vindt u op de website van RIjkswaterstaat.
Spitsstrook
Een spitsstrook is een vluchtstrook op de autosnelweg die tijdens drukke momenten open gezet wordt voor verkeer. Op dat moment fungeert de vluchtstrook dus als extra rijbaan.
Startbeslissing
De Startbeslissing is het besluit van de minister om te starten met de Verkenning. Hierin is onder andere vastgelegd wat het doel van de Verkenning is, over welke gebied de Verkenning gaat en waar de focus van het verkennend onderzoek op ligt.
Studiegebied
Het studiegebied wordt bepaald door de te verwachten effecten (onder andere verkeer, lucht en geluid) van de te onderzoeken alternatieven. Dit gebied is altijd groter dan het projectgebied. De omvang van het studiegebied kan per onderzoekthema (effect) verschillen.
Trechteringsproces
De Verkenning is een trechteringsproces waarbij stap voor stap wordt toegewerkt naar het meest kansrijke alternatief.
- Groslijst aan maatregelen gaat naar Zeef 0
- Selectie van oplossingen gaat naar Zeef 1
- Kansrijke alternatieven gaan naar Zeef 2
Momenteel bevindt de MIRT-Verkenning zich in deze zeef. De alternatieven van de vorige fase worden verder uitgewerkt. De milieueffecten van de alternatieven worden onderzocht en de alternatieven worden hierop beoordeeld. Samen met de resultaten van de maatschappelijk kosten-baten analyse (MKBA) en de kostenraming kan worden bepaald wat het voorkeursalternatief is. Het resultaat van deze zeef is het voorkeursalternatief (inclusief onderbouwing).
- Voorkeursalternatief (VKA) en Voorkeursbeslissing (VKB)
Na Zeef 2 is sprake van een gekozen voorkeursalternatief (VKA). In de Ontwerpstructuurvisie wordt - mede op basis van het planMER – het besluit van de minister onderbouwd waarom voor dit VKA is gekozen. Dit besluit wordt in de Ontwerpstructuurvisie de Voorkeursbeslissing genoemd.
Variant
Een mogelijke aanvulling op de oplossing om de projectdoelen te bereiken, waarvoor geen volwaardige uitwerking in het MER wordt gemaakt. Er komt wel een kwalitatieve beschrijving/toelichting over de te verwachten effecten, afgeleid uit informatie van de alternatieven en de schetsen die worden gemaakt. Er worden geen berekeningen voor verkeer en milieu uitgevoerd.
Voertuigverliesuren
Het totale tijdsverlies door vertraging van alle voertuigen op een bepaalde weg.
Voorkeursalternatief/ Voorkeursoplossing (VKA)
In de beoordelingsfase worden overgebleven kansrijke alternatieven (soms ook kansrijke oplossingen genoemd) nader uitgewerkt en beoordeeld om te komen tot een samenstelling van één voorkeursalternatief. Dit is de (samengestelde) oplossing die de voorkeur heeft, na afweging van de effecten op doelbereik, milieu, omgeving en vanuit kosteneffectiviteit.
Voorkeursbesluit/ voorkeursbeslissing (VKB)
De voorkeursbeslissing is het uiteindelijk besluit van de minister na afstemming met de betrokken regionale partijen en vormt de afsluiting van de MIRT-Verkenning. Daarmee stroomt het project door naar de volgende MIRT-fase: de planuitwerking.
Vrachtverkeer
Alle voertuigen bedoeld voor goederenvervoer met een GVW (Gross Vehicle Weight) of MTM (maximale toegelaten massa) boven de 3500 kilogram vallen onder de noemer vrachtauto. Onder deze grens worden dergelijke voertuigen, bestelauto's, lichte vrachtauto of gewoon personenauto genoemd. Vrachtauto's en bestelauto's tezamen worden bedrijfsauto's genoemd.
Weefvak
Een combinatie van een invoegstrook en uitvoegstrook.